Kleine materialen, grote verhalen (2016)
Op vrijdag 21 oktober 2016 heeft het tweede SAMPL congres getiteld KLEINE MATERIALEN GROTE VERHALEN plaatsgevonden. Verschillende sprekers hebben zich gebogen over de onderwerpen ‘van data naar verhaal’, ‘specialistisch onderzoek in het archeologisch onderzoek’, ‘nieuwe technieken’ en ‘specialisten in het bestel’.
Van data naar verhaal
Eerste lezing: Sandra Beckerman, prehistorisch alcoholprobleem.
In de Enkelgrafcultuur bestaan opvallende parallellen in het grafritueel, onder andere wat betreft grafgiften. Onduidelijk is de rol van de beker in het graf. Een oude interpretatie is dat het om een drinkbeker voor alcohol gaat, bewijzen hiervoor zouden zijn: graanindrukken in aardewerk, mogelijke afbeeldingen van graan op de bekers en het ontbreken van residu. Nieuw onderzoek naar graven in Noord-Holland maakte residu-analyse van dergelijke potten mogelijk. Daarmee werd op het merendeel van de bekers kookresidu aangetroffen. Ook is onderzoek gedaan naar gebruik van bekers uit eerder onderzochte graven: ondanks de slechte staat van deze vondsten, zijn ook hier kookresten op aangetroffen. Aan de hand van het residu kon ook de maaltijd deels worden gereconstrueerd.
Tweede lezing: Stijn Heeren, metaaldetectie.
De lezing presenteert het project PAN en de onderzoeksmogelijkheden hierbinnen. Het project is gericht op de Nederlandse metaaldetectorzoekers, bij wie zich naar schatting honderdduizenden archeologische objecten in het privébezit bevinden. Het is van belang deze vondsten en de vindplaats vast te leggen. Een aantal universiteiten gaat deze detectievondsten in Nederland via NWO-subsidie inventariseren, documenteren en online publiceren via een website. Hierbij wordt gestreefd naar een standaardisatie van invoer a.d.h.v. een referentiecollectie. Aan de hand van de database kan nieuw onderzoek worden gedaan naar bijvoorbeeld de verspreiding en de handelsroutes van specifieke voorwerpen. In de toekomst kan het systeem worden aangevuld met metaalvondsten uit archeologische onderzoeken, maar ook andere materiaalcategorieën, waarbij ruimte is voor ideeën uit het werkveld.
BLOK 2: Specialistisch onderzoek in archeologisch onderzoek.
Derde lezing: Peter Stokkel, Externe specialisten in Haagse projecten.
De uitwerking van Haagse projecten was in het verleden niet ideaal. De uitwerking is gefragmenteerd en niet gestroomlijnd, dit werd deels veroorzaakt door de (kortstondige) betrokkenheid van veel verschillende personen. Vooral specialistenbijdragen waren niet op elkaar afgestemd, wat het schrijven van een synthetiserend rapport bemoeilijkte.
In Den Haag is een nieuwe opzet gemaakt projectuitwerking, zodat onderdelen in eindrapporten afgestemd zijn en het rapport meer diepgang en onderzoekwaarde krijgt. Tijdens en na de uitvoer van het veldwerk worden specialisten uitgenodigd, zodat het project tijdig kan worden bijgestuurd om tot de beste onderzoeksresultaten te komen. Na het schrijven van het evaluatierapport starten de materiaalspecialisten. Zij worden gevraagd om meermaals hun resultaten aan elkaar te presenteren, voordat zij hun eindrapportage opstellen. Daarmee komt de nadruk in de rapportage te liggen op
het grotere verhaal. Na het schrijven van de synthese volgt terugkoppeling door de projectleider.
Een kruiwagen vol kikkers (Cees Koot)
De lezing gaat over de organisatie van onderzoek als projectleider. De nadruk ligt vaak op veldwerk, waardoor te weinig nadruk ligt op de rapportage. Projecten en uitwerking zijn veel te gefragmenteerd, waardoor rapporten onleesbaar worden. Het is moeilijk om als projectleider de onderzoeksteams zover te krijgen om hun onderzoeksresultaten tussentijds te delen. Rapportages daardoor bestaan veelal uit opsommingen, waarbij diepgang ontbreekt. Het zou goed zijn voor de Nederlandse archeologie om de opzet van het onderzoeksrapportage aan te passen. Het wordt voorgesteld om in het begin van het rapport de geschiedenis te vertellen, en pas daarna de onderliggende archeologische data te presenteren. De rapportages kunnen daardoor beter wor
den afgestemd op het publiek. De vraag is of dit vernieuwde rapport standaard rapportage moet blijven heten, of dat een titel zoals petit histoire beter zou zijn.
Discussie & Vragen:
De worsteling met onderling afgestemde uitwerking en analyse van archeologische onderzoeken wordt erkend door de toehoorders. Het vroegtijdig betrekken van specialisten bij het onderzoek zou goed zijn, maar ook het verbeteren van onderlinge communicatie tussen projectleider(s) en betrokken specialisten. Erkend wordt dat de nadruk veel meer moet liggen op het verhaal.
De specialisten in de zaal geven aan dat het moeilijk is om zicht te krijgen op het grote verhaal, omdat zij maar kortstondig bij het project betrokken zijn en al snel uit het momentum zijn. Vooral specialisten die voor dateringen zorgen lopen vooruit op het onderzoek en krijgen weinig mee van de latere resultaten van anderen. Het zou goed zijn om de uitwerking op te delen in verschillende cycli. Specialistenoverleg zou enerzijds een standaard aanbod moeten zijn van de projectleider, anderzijds moeten de specialisten zelf nadrukkelijker om overleg vragen.
De gedeelde mening dat de uitwerking van projecten beter moet worden georganiseerd en de onderzoekwaarde van publicaties omhoog moet, is één van de redenen waarom SAMPL is opgericht. Om de verbetering van het bestel te ondersteunen en waar nodig in gang te zetten, zijn inmiddels verschillende werkgroepen per specialisatie opgericht:
Voorstellen contactpersonen groepen materiaalonderzoek:
Voor de volgende materiaalcategorieën zijn werkgroepen opgestart: Natuursteen, Romeins aardewerk, Middeleeuwen/Nieuwe Tijd aardewerk en glas, Metaal, Handgevormd aardewerk, Bouwmateriaal en Slakken. Thema’s waar deze werkgroepen zich mee bezig zullen gaan houden zijn: uniforme determinatiehandouts en leidraden, een beter specialistisch PvE, onderlinge communicatie en het delen van kennis. DE bedoeling is dat de verschillende groepen ook onderling gaan communiceren. SAMPL leden zijn van harte welkom om zich bij de werkgroepen aan te sluiten. Voor de overige materiaalcategorieën als vuursteen en prehistorisch en Romeins glas kunnen nog werkgroepen worden opgericht.